Stel, je woont in een rustig straatje in het oude centrum van Haarlem. Naast, tegenover, of achter een pittoreske oude school, de voormalige 2e doopsgezinde school uit 1892, ontworpen door de architect P. Kleiweg Dyserinck. Ondanks dat je dichtbij het station woont, wordt de buurt gekenmerkt door rust. Het bestemmingsplan spreekt van een woonfunctie in combinatie met functies als kantoor en praktijkruimte. In aangrenzende park is zelfs sprake van alleen de woonfunctie met een verstild binnenstedelijk woonmilieu. Parkeren in de straten lukt net, er is geen doorgaand verkeer, kinderen spelen graag buiten. Haarlem op z’n best.
Aan de voorkant van de oude school bevindt zich een restaurant. Kleinschalig met beperkte openingsuren, van 17:30 tot 22:00 en alleen op dinsdag tot en met vrijdag. Het gaat allemaal nog net plezierig; het zorgt voor niet te veel overlast. Achter het restaurant bevinden zich in de oude klaslokalen de kantoren van bureau jeugdzorg, tevens eigenaar van het pand.
Op een dag besluit bureau Jeugdzorg (wegens financiële problemen en toch toevallig? wel erg handig zo vlak voor de overdracht van haar taken naar de Gemeente) om het pand te verkopen. Het wordt in 2013 verkocht aan een consortium die met een gerenommeerde Haarlemse horecapandeninrichter al een tijdje met de gemeente hierover in gesprek blijkt te zijn (al met voormalig wethouder Nieuwenburg en later met gewezen wethouder Cassee). Gemeente wil graag –alhoewel er geen markt voor lijkt te zijn– meer hotelcapaciteit in de stad, en is alvast maar begonnen met een ruimtelijke onderbouwing. Het consortium heeft grootse plannen voor het hotel. Je krijgt een presentatie van de beoogd inrichter die heel enthousiast vertelt hoe mooi het wel niet wordt. Het consortium lijkt al een paar stappen verder dan de buurt en heeft het er over hoe het hotel er uit komt te zien, in plaats van over of ze het kunnen realiseren en hoe ze het kunnen inpassen in de buurt. Vragen over hoe ze het allemaal voor zich zien, blijven onbeantwoord. Je komt er nog eens op terug als buurt en probeert het eens te worden over een aantal “kwalitatieve verplichtingen”, afspraken om een hotel goed neer te zetten binnen redelijke grenzen, maar ook dat lijkt niet goed te lukken. Maar het consortium wil er niet in mee, zij lijkt blijkens uitspraken als “anders verkopen we aan een jeugdherberg” er zeker van dat een horecabestemming wel gaat lukken.
Let wel: het is natuurlijk in het belang van Haarlem dat de gemeente zich inzet om ondernemers aan de stad te binden en actief mee helpt met het vinden van bestemmingen voor leegstand in de stad. Maar er is natuurlijk wel een verschil tussen het interesseren van winkelketens en horeca voor bijvoorbeeld de daarvoor bestemde langdurige leegstand op het Houtplein en tussen het samen met een consortium uitwerken van plannen die nog om officiële, bestuurlijke besluitvorming vragen waarbij andere belanghebbenden nog gehoord dienen te worden. Je kunt je afvragen of het consortium Ripperdastraat 13a ook had gekocht indien ze de kans op ontwikkeling niet heel hoog achtte. In ieder geval, op het moment dat de gemeente -al dan niet afgesproken, maar in ieder geval door het meewerken aan de voorbereiding- zich verregaand verbonden heeft aan een bepaald plan, dan zal er in een later stadium geen sprake meer zijn van onpartijdigheid, een van vereisten voor behoorlijk bestuur, zie onder fair play. Is hier sprake van foul play? Of de bestuursrechter dit voldoende bewezen acht, is nog de vraag. In ieder geval heeft de gemeente Haarlem hier behoorlijk de schijn tegen.
In mei 2014 ligt er een aanvraag voor een omgevingsvergunning ter inzage. En niet zomaar een aanvraag: wat nu kantoren zijn, zou een “boutique-hotel” moeten worden met 21 kamers. En het restaurant krijgt natuurlijk een barfunctie. En bijbehorende laagbouw; zou dat een extra keuken worden? Lawaai? Etensgeuren? Brandveiligheid? En waar gaan al die gasten parkeren? En hoe gaat dat met los- en laadverkeer in het smalle straatje? En toch geen obstructies of rokers in het smalle steegje dat ernaast loopt en waar twee woonhuizen aan grenzen? En heeft het wel een toekomst in een moeilijke (AirBnB) markt? En als het niet loopt wat krijgen we dan? Backpackers?
En wat doet de gemeente nu? De restaurantfunctie blijft in omvang even groot ten opzicht van het huidige gebruik en komt tevens ten diensten te staan voor het gebruik als hotel 1333 m2 kantoorruimte heeft een parkeerbehoefte van 1333/100 m2 x 0,8 pp = 10,6 parkeerplaatsen en wordt omgevormd tot 21 hotelkamers met een parkeerbehoefte van 21 x 0,5 pp/kamer = 10,5 parkeerplaatsen. De behoefte aan parkeerplaatsen blijft na functie wijziging gelijk.
Dus de gemeente denkt dat bij een hotel waar gasten vooral in het weekend en ‘s avonds komen, zij hetzelfde parkeergedrag zullen hebben als de medewerkers van bureau jeugdzorg tijdens kantoortijden? Je zou de gemeentelijke ambtenaren eens in een kantoor moeten laten werken dat precies is afgestemd op de gemiddelde bezettingsgraad van de gemeentelijke percelen berekend over de gehele week, 24×7. 1100 ambtenaren, gemiddeld 32 uur werken waarvan 24 uur op kantoor, betekent (24/168)*1100 = 157 werkplekken. Rekenen voor ambtenaren. Succes op je kantoor.
Met 8 adressen en met de wijkraad dien je uitgebreid en goed gemotiveerd je zienswijzen in bij de gemeente waarom het niet verstandig is een hotel met 21 kamers neer te zetten midden tussen (de achterkant) van diverse woonhuizen. Wijkraad Binnenstad Ripperdastraat 13A; zienswijze ontwerp omgevingsvergunning. En kan dit allemaal zomaar? Dit past toch niet binnen de bestemmingsplannen? En het lijkt ook nog eens in strijd met het hotelbeleid van de gemeente Haarlem; daar spreken ze er toch van dat het in de omgeving ingepast moet worden?.
Voordat je de zienswijze op papier stelt, wil je wel eens zien wat er aan de hand is. Je vraagt stukken op, de ambtelijke adviezen, het advies van de ARK, wat zegt de brandweer. Maar dat gaat niet makkelijk; houden ze iets verborgen. WOB-verzoeken worden beantwoord met de verwijzing dat de stukken openbaar zijn. Maar bij de balie krijg je ze niet mee. Sommige adviezen zitten in de computer en kunnen er kennelijk niet uit, andere mag je niet zien vanwege de wet op de privacy, en meer van dat soort onzin.
Wat is er aan de hand? Een raadslid vraagt het nog eens na. Waar is het advies van de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit? Dat heb je nog steeds niet gezien. Nee, dat is er dan niet, maar er wordt toch naar verwezen. Er zou wel sprake zijn van een ambtelijk advies; dat is voldoende bij reguliere aanvragen. Is dit een reguliere aanvraag? Dit volgt toch de uitgebreide procedure? En hier was eerder over afgesproken:
Voor grote projecten wordt in principe de volgende definitie gehanteerd. Indien een plan meer dan één woning of meer dan 1000 m2 betreft wordt advies van de ARK gevraagd; deze twee maten zijn gekoppeld aan de Wet ruimtelijke ordening. Daarnaast kan er sprake zijn van een politiek gevoelig belang, een groot maatschappelijk belang of een groot economisch belang.
Bij de parkeerberekening was er toch sprake van 1333m2? En hoe groot wil je het belang hebben? En de ARK gaat toch over wel meer dan alleen het stadsgezicht? Is de bestemmingsverandering, geen aanleiding daar eens van een planologisch perspectief naar te kijken? Hoe dan ook; als de ARK het niet doet, wie kijkt er dan naar zaken als de aard van de buurt, het verkeer, de belangen van omwonenden? Het schijnt dus in Haarlem zo te zijn dat als je van je huis een vuurwerkopslag wil maken, je -zolang je niets aan de gevel verandert- afkan met een ambtelijk advies?
De wijkraadvoorzitter spreekt in bij de gemeenteraadsvergadering. De gemeente gaat dit idiote plan toch niet doordrukken? Op basis van enkel een ambtelijk advies?
Dit blijft over van je zienswijze als deze door een ambtenaar wordt bewerkt; (bewust?) verkeerd en beperkt weergegeven en voorzien van verwijzingen en kopieslagen van de juist eerder bekritiseerde teksten uit de ontwerpomgevingsvergunning. Dat is toch wel erg makkelijk. Buurtgenoten voelen zich niet serieus gehoord en spreken nog eens in. De raad schrikt. Sommige raadsleden hebben het alleen over de leerwerk-ervaringsplaatsen die het restaurant biedt. Alsof deze leerplaatsen opeens verdwijnen als het hotel niet doorgaat… Logica van bepaalde raadsleden. Als een loodgieter uit zijn huis zet dan verliest een loodgieter zijn baan, zoiets.
En er ligt een gelikt plan van het consortium dat er mee bezig gaat. Geruststellende woorden op mooi papier, dat moet dan toch wel waar zijn? Wat adviseert de raad? Wethouder van Spijk schrijft er nog eens een brief over. Op 26 januari schrijft hij dit: Ik stel u qua besluitvorming voor, dat het college, met inachtneming van het gestelde in de commissievergadering van 8 januari jl. , na de verzending van deze brief, een besluit zal nemen op de ingediende Wabo-aanvraag voor deze locatie. En de hotelruimte, die is echt nodig, want dat hebben we zelf zo opgeschreven in het beleid van 2010.
Wat betekent dit? Krijgt Haarlem een ongewenst hotel? Wordt een typische Haarlemse buurt haar karakter ontnomen tegen de wens van de omwonenden? Terwijl mensen in Haarlem willen wonen, er woonruimte tekort is, maar er niet (mee) in een hotel willen logeren? Omdat gemeente Haarlem een bepaald toekomstbeeld heeft? Omdat het aan de ondernemers al was beloofd? En ze drukt dit door met alle onbehoorlijkheden van dien, al zit er geen Haarlemmer op te wachten?
– wordt vervolgd-