City Marketing promoot Haarlem als een stad waar de menselijke maat opgang doet. Een evidente poging om het imago van Haarlem op te poetsen. Hoe het knullige karakter als provinciestadje te verzilveren bij kopers van duurdere nieuwbouwhuizen? Het zwakke “We zijn eigenlijk best wel een kleinburgerlijk dorp” klonk wat minder goed dan de geruststellende pr-vertaling: “een wereldplek met een menselijke maat.”
Het eerste is waar: Haarlem is echt een plek op de wereld, ofschoon er ook hele goede reden zijn om dat niet al te veel rond te bazuinen. Maar bij het tweede, “een menselijke maat”, vallen verschillende vraagtekens te zetten. Allereerst natuurlijk de filosofische: vinden we ook gemeenten zonder een menselijk maat en wat betekent dat dan? Maar een praktischer en een prangend vraagstuk treffen we nu in de brede debatten over parkeren die in Haarlem plaats vinden. De debatten worden natuurlijk onder het mom van inspraak georganiseerd opdat het stadsbestuur straks zonder al te veel verdere weerstand fiscalisering van parkeren kan doordrukken. Een financieel trucje dat het wegvallen van de inkomsten aan parkeerboetes moet opvangen nu landelijke de wetgeving is veranderd. De truc heeft hetzelfde karakter als die van een bankdirecteur die zichzelf plotsklaps een flinke stijging in vast salaris toekent als zijn bonusuitkering of pensioenpremies wettelijk worden beperkt.
Een prikkelende uitspraak: volgens mobiliteitsdeskundige Carlo van de Weijer “voelen veel mensen zich niet prettig in een omgeving met veel auto’s.” Nee, ook niet met veel lantaarnpalen. Of erg veel bakfietsen. Of te veel terrassen. Uiteindelijk gaat het over een afgewogen inrichting van de openbare ruimte. Als heel veel dingen op één vierkante centimeter moeten gebeuren, dan ontstaat wrijving en dan is het altijd lekker om de auto de schuld te geven. We gaan natuurlijk geen expliciet debat voeren over de sociale wenselijkheid van kinderen die buiten willen spelen. Uiteraard was de vraagstelling zuiverder geweest: hoe heeft dit zover kunnen komen? En hoe zorgen we er voor dat de openbare ruimte weer goed wordt ingericht?
Want dat de bewoners van Haarlem hun auto’s in de buurt willen kunnen parkeren, is begrijpelijk. Maar misschien nog belangrijker is de vraag hoe het in Haarlem staat met de aanwezigheid en de kwaliteit van een gezonde leefomgeving. Want, als u het niet heeft, mist u het vaak niet gelijk, maar uw omgeving bepaalt wel degelijk een groot deel van uw geluk en gezondheid en een niet te onderschatten voorwaarde daarbij is de aanwezigheid van voldoende (publiek) groen.
Iets wat landelijk veel zorgen wekt is dat Nederlandse steden in openbaar groen in de directe woonomgeving met 39 vierkante meter per inwoner ver achter blijven bij de VN-norm van 48 m2. Het belang van voldoende groen wordt overigens door overheden zowel onderschreven als stelselmatig onderschat en gebagatelliseerd (je stapt maar even op de fiets dan heb je het wel).
Hoe zit dat in Haarlem? Met GroenLinks aan het roer zal dat vast wel snor zitten, toch? Nou, ja…Wie zoekt op het woord Groen in het Coalitieprogramma, vindt deze bovenal in de naam van voornoemde politieke partij. Daarnaast wat intenties aangaande het bevorderen van de groene economie zonder dat er iets concreets wordt genoemd en dan nog wat stichtelijke teksten over een groene zoom die eerder uit een folder van city marketing lijken te komen dan dat die op enige waarheid zijn gestoeld. Maar toch:
Duurzaam Haarlem, waar groen en kwaliteit van de woon- en werkomgeving zorgen voor een stad waar het goed leven is.
En dus… zit het goed? Onlangs verscheen een rapport over het openbaar groen van de Haarlemse Reken Kamer Commissie. Het geeft in beleefde, genuanceerde, maar niet mis te verstane woorden een droevig beeld van de gesteldheid van het Haarlemse openbare groen. Veel zorgpunten: verouderd beleid, gebrek aan samenhang, geen initiatieven voor nieuw groen, versobering van onderhoud (bezuinigingen) en slecht begeleide burgerparticipatie. Enkele positieve punten: enkele voorbeelden van geslaagde participatie en beleidsmatige-organisatorische ontwikkelingen (patiënt overleden, maar het papierwerk ziet er steeds beter uit).
Het participatie-voorbeeld dat wordt aangehaald is er een in het Rozenprieel. Hier hebben een groep buurtgenoten een stukje gemeentegrond kunnen kopen (best duur, vonden ze, terwijl 100 meter verder op de bewoners aan de Tuin van Jonker hun tuintjes gratis kregen) en toen hebben ze een parkeerplaats vol hondenpoep omgetoverd in een publieke strook die ze nu zelf mogen onderhouden. De gemeente heeft hier een rol in gespeeld. Toch is het rapport uitermate kritisch over de gemeente (geen structureel beleid, geen duidelijke ambitie, geen visie, reactieve houding, slechte coördinatie). De resultaten die hier behaald zijn zijn eerder ondanks de gemeente dan dankzij. (Samen Doen? De burger betaalt en onderhoudt het groen… en de gemeente, die schrijft ergens op de achtergrond een document met de naam “structuurvisie”. Ook belangrijk.).
Zie hier het resultaat van participatie aan de Van Marumstraat (Een klein strookje groenwinst in de meest verstedelijkte wijk van Haarlem, terwijl een straat verder de gemeente het VoortingPLANTSOEN wil van groen naar grijs wil bestemmen) :
Maar het meest zorgwekkende is… Zeker in het licht van alle Haarlemse bouwplannen… de volgende constatering:
In Haarlem is er per inwoner slechts 24 m2 basisgroen aanwezig.
De helft van de VN norm van 48m2!!! En dan ook nog: binnen Haarlem is het al scheef; de bewoners rond de Hout zijn goed voorzien en hebben meestal toch prima tuinen (groen-scheefwoners!), voor bijna alle andere Haarlemmers is de situatie dus nog troostelozer. En het wordt nog erger, want onder het motto “Adem in, Adem uit”, moet Haarlem nog een behoorlijk stuk groeien in inwoneraantal.En zoals het rapport ook constateert: geen streven naar uitbreiding groen, ambitie sluit niet aan bij bezuinigingen, beleving verminderd door versobering onderhoud, groen trekt vaak aan het kortste eind.
Haarlem doet het veel slechter dan andere steden. Op Den Haag na is Haarlem de meest verstedelijkte stad van Nederland en Den Haag heeft al 56m2 groen per inwoner. Ook wat betreft openbaar Groen, is Haarlem een van de, zo niet de slechtste plek om te wonen Nederland. Andere dichtbevolkte steden als Leiden en Utrecht doen het al een stuk beter. En, ja, maar laat dat geen excuus zijn, ook andere grotere steden in Nederland doen het dus slecht (Amsterdam 38m2, Utrecht 36m2, studentenstad Leiden 26m2). Het RKC rapport zegt gemiddeld 36m2. Recente ontwikkelingen wijzen op een verbetering van 39m2 per inwoner gemiddeld. Dus er is wel hoop…maar in Haarlem…. 24m2 en die staat onder druk.
Het gemeentebestuur laat hierbij altijd vermelden dat er relatief veel groen vlak buiten de gemeentegrenzen aanwezig is. Spaarnwoude, de duinen, en zo. Afgezien van de vraag of dit echt wel waar is (andere steden hebben vaak nog meer), gaat de VN-norm er niet over dat je op 7km afstand wel tot rust kan komen; het gaat om prettig leven in je dagelijkse omgeving binnen een straal van 1 km in de steden zelf. En het gaat niet alleen om uw fysieke gezondheid en geestelijke gesteldheid, maar ook om verschijnselen als hittestress en de afvloeiing van hemelwater…
Om het te downplayen met “onze buurgemeenten redden ons hier wel uit” is een zelfde soort redenatie als: de concentratie fijnstof is te hoog in Haarlem, maar als je even buiten Haarlem reist, valt het allemaal wel mee. In uw drinkwater zit te veel chloor, maar bij uw buren kunt u nog prima kraanwater drinken. Of: als u met uw hoofd in de oven gaat liggen en met de voeten in uw vriezer, dan heeft u gemiddeld een prettige temperatuur.
Haarlem een stad met een menselijke maat? Niet wat betreft de inrichting openbare ruimte…. Wel een stad waar de inwoners blij worden gemaakt met dode groene mug.