Een van de -vele- procedurele bezwaren die omwonenden hadden tegen het Ripperhotel, is dat de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (ARK) geen advies had gegeven over de verbouwplannen. Volgens de procedures is zulks voor een grootschalig project noodzakelijk. Aangezien het om pand met monumentale waarde gaat, is een danig advies zelfs wettelijk vereist.
Volgens de gemeente was er initieel al wel een ARK-advies, maar toen omwonenden dat wilde inzien, bleek dat er NIET te zijn. Toen raadsleden de wethouder Van Spijk hier over bevroegen, bleek dat er al twee jaar een de facto procedure in werking was waarbij niet alle vereiste projecten conform de afgesproken mandatering werden afgehandeld. Van Spijk zat er niet zo mee en deed de bizarre bewering dat de gemeente om zou komen in het werk als hij niet af en toe niet een beetje kon sjoemelen met de geldende procedures. Verder argumenteerde hij, had de secretaris van de ARK er even naar gekeken en die dacht dat het allemaal wel los zou lopen. Dat moest toch voldoende zijn. Een verder advies van de ARK was daarmee écht niet nodig. Diverse raadsleden verzochten Van Spijk om toch nog de plannen conform de wet en regelgeving “door de ARK te halen” , maar neen, de wethouder hield de poot stijf. Hij wist het beter; het was allemaal prima zo.
Ondanks de vele procedurele en inhoudelijke bezwaren, drukte college het Ripperhotel door. Kan dat zomaar? Nou, gelukkig niet, in Nederland bestaan er procedures die burgers helpen zich te beschermen tegen dwalingen en rommelwerk van lagere overheden. Omwonenden tekenden beroep aan en vroegen een voorlopige voorziening aan bij de bestuursrechter. Projectontwikkelaar stond ondertussen te trappelen om aan de verbouwing te beginnen, maar moet ondertussen wel inzien dat hij blij mag zijn met de gang van zaken; deze helpt voorkomen dat hij verder investeert in iets dat waarschijnlijk nooit van de grond gaat komen.
Gisteren, 18 juni 2015, diende de zitting ten aanzien van de voorlopige voorziening. Bestuursrechter in kwestie was daarbij in ieder geval van mening dat het zeer omvangrijke beroepsschrift van de omwonenden uitvoerige bespreking verdient. Het is daarmee hoogst onwaarschijnlijk dat de hij voorlopige voorziening zal weigeren. Officiële uitspraak is over twee weken, maar het lijkt nu al wel duidelijk dat ook de projectontwikkelaar -ofschoon zelf zeker ook medeschuldig aan een onbehoorlijke gang van zaken- hier de gemeente wat kan verwijten. Een zorgvuldige en nette behandeling van vergunningsverlening voor het Ripperhotel had de projectontwikkelaar kunnen verschonen van de ellende die hem nu te wachten staat. Sterker nog, projectontwikkelaar had waarschijnlijk op andere locatie al lang en breed het gewenste hotel kunnen realiseren.
Een van de opmerkelijke zaken is dat de gemeente ondertussen officieel advies heeft laten afgeven door de ARK over het Ripperhotel. Waarschijnlijk heeft enig professioneel juridisch advies de wethouder toch van de onbehoorlijkheid van de gang van zaken doen inzien. De facto heeft Van Spijk zijn fout alhier dus toegegeven.
Vraag is echter of het advies nog wel als een zorgvuldig en objectief aangemerkt kan worden nu de secretaris van de ARK zich in eerdere instantie al aan een positief oordeel heeft gecommitteerd. De ARK spreekt van een: “…gewetensvol en zorgvuldig uitgewerkt verbouwplan met respect voor het karakter en de sfeer van het gebouw. “
Als we dan maar enigszins naïef dit als een objectief oordeel van enkele onafhankelijke bouwkundigen zullen aannemen, laat het onverlet dat de Haarlemse ARK, helemaal geen ARK is! De commissie is niet meer dan de oude welstandscommissie in een krap monumentaal jasje. Aan andere aspecten van ruimtelijke ordening wordt -conform gewoonte- geen rekenschap gegeven!
Naschrift: gisteren zijn in de Cie. Ontwikkeling vragen gesteld door raadslid dhr. Garretsen van de SP inzake het toch laten behandelen van de plannen door de ARK met min of meer het verzoek aan Van Spijk om zich in voorkomend gevallen aan de afgesproken mandatering te houden. Volgens Van Spijk had de rechter erom gevraagd en had hij daarom aan het verzoek gevolg te geven. Kortom, als een raadslid erom vraagt, lapt Van Spijk het ‘advies” aan zijn laars, als de rechter om iets vraagt dat overbodig is, dan kan hij het krijgen. Of met andere woorden, als geen politieagent er niets van zegt, dan is door rood rijden prima. Aldus de moraal van de onze Amsterdamse wethouder, waarvan ondertussen wel vast te stellen is dat hij niet bepaald de hoogvlieger is die D66 in hem zag. Laat staan het zwaargewicht dat Haarlem op zijn post nodig heeft . Onbegrijpelijk; het gerucht gaat echter dat er hier gaat om een spraakverwarring. Vermoedelijk heeft de gemeente het toch zelf wijs geacht hier alvast bakzeil te halen.